Welkom op de website Beelddenkerslerenzo.
Leren kunnen we op vele verschillende manieren. Alle informatie die onze hersenen opnemen verwerken we, slaan we op en kunnen we op een later moment weer gebruiken.
Per persoon verschilt de voorkeur in het opnemen van de informatie. De ene persoon leert graag op gehoor (auditief), de ander door het zelf te doen, het ervaren, voelen en ontdekken (kinesthetisch) of liever auditief digitaal. De beelddenker heeft de voorkeur voor de ogen (visueel), ze onthouden makkelijk beelden die zich als een film afspelen in hun hoofd.
Beeldenkers zijn snelle denkers, verwerven en verwerken informatie snel (32 beelden per seconde tegenover 2 woorden per seconde). Ze leggen snel verbanden, zijn creatief en leren vanuit het totaal beeld. Beelddenkers denken in eerste instantie in plaatjes, taal komt op de tweede plaats.
Het hoofd van een beelddenker zit vol met verhalen en gevoelens. Beelddenkers vinden het moeilijk om de juiste woorden te vinden in een gesprek. Ze hebben een woordvindprobleem. Uit al die beelden in hun hoofd moeten ze eerst bepalen wat relevant is voor het gesprek, vervolgens moeten ze dit vertalen naar woorden zodat ze de informatie over kunnen brengen naar hun gesprekspartner(s). Alle gesproken woorden die de beelddenker ontvangt worden weer in hun hoofd vertaald naar beelden om te kunnen begrijpen wat er gezegd is. Als ze een vraag moeten beantwoorden zal ook het antwoord weer vertaald moeten worden van beeld naar woord. Het vertalen en formuleren kost tijd en ze reageren hierdoor trager. Beelddenkers denken associatief. De beelden volgen elkaar niet alleen snel op maar springen ook van het ene naar het andere. De woorden komen minder snel. Hierdoor komen beelddenkers in hun manier van praten chaotisch over. Beelddenkers praten vaak in halve zinnen en springen van de hak op de tak. Ze beginnen een verhaal vaak halverwege. Het begin hebben ze dan al in hun hoofd gezien. Het woordvindprobleem leidt er ook toe dat ze zelf bedachte woorden gebruiken en er een compleet eigen woordenboek op na houden.
Beelddenkers krijgen vaak onvoldoende tijd om hun gedachten te formuleren en antwoord op een vraag te geven. Mede door hun woordvindprobleem tekenen of schrijven ze liever om iets duidelijk te maken en praten ze vaak met hun hele lichaam middels handgebaren en andere non-verbale communicatie.
Beelddenkers hebben bovendien moeite met figuurlijk taalgebruik. Ze nemen alles heel letterlijk. Uitdrukkingen, gezegdes en spreekwoorden zorgen dan ook voor de nodige spraakverwarring. Vertaal de volgende uitdrukking maar eens naar beeld “Politie op mijn dak”.
Beelddenken is een gave die tot uitzonderlijke hoge prestaties kan leiden. Verbeelding is een bijzonder effectieve manier om een heel scala aan mogelijkheden voor ogen te krijgen. Een beroemd voorbeeld is Albert Einstein. Hij zei ooit dat hij meer heeft gehad aan zijn talent om zich dingen in te beelden, dan aan zijn vermogen om kennis op te nemen. Een andere uitspraak van hem is, “Logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal”.
De beelddenker leert met al zijn zintuigen en is sensitief. Het is een relatief kleine groep van de samenleving die in beelden denkt en anders denkt dan de grote groep. Hierdoor kan de beelddenker zich soms onbegrepen of buitengesloten voelen.
Beelddenken is een andere manier van informatieverwerking. Het wordt ook wel omschreven als non-verbaal, holistisch of visueel-ruimtelijk denken. Naast het beelddenken is er het woorddenken. Ook wel als verbaal, analytisch of auditief-sequentieel denken aangeduid.
Het huidige onderwijs is gericht op de grootste groep en dat zijn woorddenkers. Hierdoor kunnen beelddenkers in veel gevallen minder makkelijk meekomen in het huidige onderwijssysteem. Het gevoel bij ouders is vaak dat er meer in zit dan dat er uitkomt.
Leerlingen waarvan het lijkt dat ze niet mee kunnen komen, moeite hebben met concentreren, niet weten hoe ze moeten leren, moeilijk te bereiken zijn, (vermeende) dyslexie hebben en snel overprikkeld raken. Deze leerlingen lopen risico dat ze leerstof op een lager niveau aangeboden gaan krijgen of moeten blijven zitten. Sommige geven zelfs het leren op. Erg frustrerend voor een leerling als deze eigenlijk onder zijn kunnen moet gaan leren.
Mijn missie is om deze beelddenkende leerlingen te helpen en het plezier in leren terug te vinden. De leerlingen trots laten zijn op wie ze zijn en bewust maken van hun bijzondere gave.
“Vertel het me, ik zal het vergeten. Laat het me zien, ik zal het onthouden. Laat het me ervaren, ik zal het me eigen maken “~ Confusius
Door de leerstof anders aan te bieden aan de visueel ingestelde leerling zullen de resultaten binnen een korte tijd zichtbaar omhoog gaan waardoor hun zelfvertrouwen groeit.
Ik werk hoofdzakelijk op basis van de leermethode “Ik leer anders” van Agnes Oosterveen. Met deze leermethode maken we van alle abstracte ongrijpbare informatie plaatjes die de beelddenker uitstekend kan onthouden. Dit doen we met letters, cijfers, woorden, tafels, sommen, tijd. De leerlingen komen zo weer beter tot hun recht, behalen betere resultaten en ze zien met meer zelfvertrouwen de toekomst tegemoet. Ze zullen meer bewust zijn van hun eigen kunnen en begrijpen waarom anderen anders denken dan zij zelf. Daarnaast werk ik met de methode ‘leren leren’ van kind in beeld.
“Als je niet bewust bent van wat je anders maakt kan je er ook niet trots op zijn. Als je niet bewust bent van hoe je leert en denkt, kan je ook niet je leerproces aanpassen naar de leerstijl die bij je past”.
Heb je nog vragen na het lezen van deze site bel me gerust en ik zal je vragen beantwoorden.