Stappenplan voor beelddenkers

 3.50

Deze zelfinstructiemethode is erop gericht het kind te leren zijn eigen gedrag te beheersen en te sturen. Met behulp van de verbale begeleiding en de visuele ondersteuning wordt kinderen hulp geboden bij hun aandacht- en hun werkhoudingsproblemen.

Artikelnummer: 20160419 Categorie:

Beschrijving

Stappenplan beelddenkerslerenzo
Stappenplan beelddenkerslerenzo

Deze zelfinstructiemethode is erop gericht het kind te leren zijn eigen gedrag te beheersen en te sturen. Met behulp van de verbale begeleiding en de visuele ondersteuning wordt kinderen hulp geboden bij hun aandacht- en hun werkhoudingsproblemen. Regelmatig herhaling van deze methode is hierbij van belang.

Vele leerlingen hebben te kampen met concentratie en werkhoudingsproblemen. Voor alle leerlingen die deze problemen ervaren, dan al niet in combinatie met een (gediagnosticeerde) stoornis kan deze techniek ingezet worden. Beelddenkers hebben moeite om gestructureerd hun werk aan te pakken en zijn snel afgeleid door hun omgeving.  Met dit stappenplan worden leerlingen aangeleerd om te handelen via een vaste structuur en deze te visualiseren door de afbeeldingen die afgebeeld staan op het stappenplan.

Stap 1: NADENKEN (Wat moet ik doen?/ Wat is precies het probleem? Hoe ga ik het aanpakken)
In deze stap hoort of leest het kind de opdracht. Dit is de belangrijkste stap omdat alle details van de opdracht belangrijk zijn voor een goede oplossing. Bij de geringste onnauwkeurigheid gaat het al mis. Ga bij deze stap na of het kind de opdracht goed begrepen heeft.

In deze stap wordt er bij het kind gewerkt aan de algemene kijk- en luisterhouding, de nauwkeurigheid, stopgedrag (kan het kind stoppen als het iets van de opdracht niet begrijpt) en papegaaien (kan het kind de opdracht letterlijk herhalen, heeft het de opdracht begrepen).

De begeleider laat het kind hardop een oplossing bedenken, de begeleider heeft op die manier zicht op de manier van denken van het kind en kan het bijsturen als dat nodig is. Wanneer een oplossing niet werkt, moet het kind in staat zijn om een andere oplossing voor het probleem te bedenken.
Het kind leert om systematisch en geordend te werken.

Stap 2: SPULLEN PAKKEN (Wat heb ik nodig?)
Het is belangrijk dat de leerling alleen dat wat hij/zij nodig heeft op de tafel heeft liggen. Een rustige omgeving is belangrijk om gefocust te blijven.

Stap 3: AFDEKKEN (Wat kan ik even afdekken?)
Voor een beelddenker is het fijn om rust en overzicht te hebben tijdens werkzaamheden. Het afdekken van de teksten of opgaven die nog niet gelezen of gemaakt hoeven worden geeft meer rust voor de ogen en de hersenen. Een beelddenker is snel afgeleidt en kan door een plaatje of een tekst afdwalen in gedachten
Ook de hoeveelheid letters kan voor sommige overweldigend zijn.  Het afdekken geeft daarnaast ook weer structuur in het werken op de juiste volgorde. Ze kunnen het werk beter overzien.

Stap 4: WERKEN (Ik doe mijn werk)

Stap 5: NAKIJKEN (Hoe heb ik het gedaan?)
Door het snelle denken van een beelddenker willen er nog wel eens slordigheidsfoutjes gemaakt worden. Door hardop (indien mogelijk) zelf het werk na te lezen en te controleren kunnen nog foutjes gecorrigeerd worden.

Stap 6: OPRUIMEN (Ik ruim alles op)
Als de leerling klaar is ruimt hij/zij zijn werkplek op zodat deze weer leeg is om aan de volgende opdracht te beginnen.

Stap 7: NADENKEN (Wat moet ik nu doen?)
De leerling denkt na over zijn volgende opdracht. Het stappenplan begint vanaf hier weer opnieuw.